Denk om je onderarmen en polsen, benen en schouders.
Houd je pols zoveel mogelijk recht. Beweeg de werkdoek: niet alleen met je arm, maar beweeg je hele lichaam mee.
Kracht zetten op de werkdoek hoeft niet.
Houd de werkdoek ontspannen vast. Maak er geen prop van, maar vouw ’m op.
Kun je er niet goed bij? Ga zo dichtbij mogelijk staan en gebruik een trapje (en houd dit vast). Ga niet ver of hoog reiken.
Grote oppervlakken schoonmaken? Loop dan mee met de werkdoek. Strek je arm niet ver uit.